Blog: ‘Wij zijn voor slachtoffers soms hun enige houvast’

In de zomer van 2020 ging Rianne aan de slag als casemanager bij het Landelijk Knooppunt Huwelijksdwang en Achterlating. Maar ook in haar vorige baan als raadsonderzoeker binnen het spoedteam van de Raad voor de Kinderbescherming (RvdK) was ze al betrokken bij de problematiek. In een persoonlijke blog deelt ze haar verhaal en vertelt ze over haar eerste ervaringen binnen het team.  

"Voordat ik bij het LKHA aan de slag ging, heb ik ruim zeven jaar gewerkt bij de Raad voor de Kinderbescherming (RvdK). 1,5 jaar voor mijn vertrek daar, kwam ik voor het eerst in aanraking met een zaak van een minderjarig slachtoffer van achterlating in het buitenland. Een ingrijpende zaak waarin al snel bleek dat jongen - die slachtoffer was geworden van achterlating - fysieke en emotionele schade had opgelopen. Ik merkte bij hem de machteloosheid van een minderjarige in een onveilige situatie en volledige afhankelijkheid van de hulpverlening in Nederland voor een uitweg. Het LKHA verzocht de RvdK destijds de casus met spoed op te pakken, want een kinderbeschermingsmaatregel was nodig om de jongen in veiligheid te brengen.

Eerste kennismaking met LHKA

Ik kwam bij de behandeling van deze zaak ook voor het eerst in aanraking met de expertise van het LKHA. Mij werd al snel duidelijk dat er specifieke kennis en ervaring aanwezig moet zijn bij het behandelen van deze zaken en het repatriëren van slachtoffers. Daarom hebben het LKHA en de RvdK werkafspraken gemaakt en is er bij de RvdK een vast multidisciplinair team aangesteld, waar ik als raadsonderzoeker deel van uitmaakte. Als raadsonderzoeker doe je naar aanleiding een melding van onveiligheid van een kind een onafhankelijk onderzoek om te bezien of een kinderbeschermingsmaatregel noodzakelijk is. De RvdK kan bijvoorbeeld een voorlopige voogdijmaatregel verzoeken bij de kinderrechter, zodat de voogd in Nederland een vervangend reisdocument aan kan vragen als de ouders dit hebben afgenomen. Een voogd met bevoegdheden over het kind is noodzakelijk, zodat het LKHA het kind kan repatriëren naar NL en in veiligheid kan brengen.

Helpen van slachtoffers is complex 

Onderzoek doen naar achterlating en het repatriëren van slachtoffers is erg complex. Dat heeft een aantal oorzaken. Om te beginnen de letterlijke afstand van vaak duizenden kilometers tot het slachtoffer en het feit dat het voor hem of haar vaak moeilijk is om hulp te zoeken zonder gevaar te lopen. Daarnaast maken wet- en regelgeving in het buitenland, culturele verschillen en de emotionele schade bij het slachtoffer het vaak moeilijk om te achterhalen wat de situatie is en welke hulp er nodig is. Om slachtoffers te ondersteunen bij de veilige terugkeer naar Nederland moeten we rekening houden met al deze facetten. Het LKHA is voor slachtoffers soms hun enige houvast en dit legt de druk voor ons als team hoog om in samenwerking met andere organisaties de hulp te bieden die nodig is. Maar gelukkig lukt het vaak ook en dat geeft veel voldoening. De jongen waar ik deze blog mee begon, keerde gelukkig terug naar Nederland. Eenmaal teruggekeerd greep hij alle kansen met beide handen aan om zijn leven weer op te pakken. Wat een bewonderenswaardige veerkracht!

Om nog meer te kunnen betekenen voor slachtoffers en mijn kennis op dit gebied te vergroten, wilde ik graag deel uitmaken van het LKHA team. Internationaal werken is me nog beter bevallen dan ik dacht, maar ook een grote uitdaging, zeker tijdens de coronapandemie. Inmiddels werk ik hier alweer bijna een jaar. Zo nu en dan heb ik vanuit het LKHA zelf met de RvdK over de casussen die we behandelen, we wisselen kennis en expertise uit om slachtoffers in de toekomst beter en sneller te kunnen helpen."