Veelgestelde vragen

Huwelijksdwang

Wat is huwelijksdwang?

Huwelijksdwang is het dwingen van een meisje/vrouw of een jongen/man tot een huwelijk, door ouders, familie of gemeenschap. Het is een huwelijk waarbij één of beide huwelijkspartner(s) geen zeggenschap heeft (hebben) over de sluiting van de huwelijkse verbintenis en daarmee niet instemt (instemmen). Onder deze situatie wordt mede begrepen: het wel meewerken aan de formele (wettelijke) huwelijkshandelingen, doch onder lichamelijke of geestelijke bedreiging.

Hoe vaak komt huwelijksdwang voor in Nederland?

Precieze cijfers zijn er niet. Uit recent onderzoek van Verwey-Jonker Instituut blijkt dat er in 2011 en 2012 minimaal 181 gevallen van huwelijksdwang zijn geregistreerd bij diverse instellingen. De werkelijke cijfers liggen hoger, de onderzoekers schatten op basis van de registraties (cijfers) en interviews met hulpverleners en experts, tussen 674 en 1914. Volgens het onderzoek zijn de slachtoffers van huwelijksdwang vaker vrouwen dan mannen en zijn het jongeren (16-17 jaar) en jongvolwassenen (18-25 jaar). De slachtoffers zijn zowel hoog- als laagopgeleiden.

Is huwelijksdwang strafbaar?

Huwelijksdwang was al bij wet strafbaar (artikel 284 wetboek van strafrecht), want iemand dwingen tot een huwelijkssluiting was en is een misdrijf. De voorwaarden zijn in de nieuwe wet veranderd. Nederland accepteerde voorheen buitenlandse huwelijken van minderjarigen vanaf vijftien jaar als ze legaal waren gesloten in het herkomstland. Nu moeten beide partners meerderjarig zijn als zij om erkenning van het huwelijk vragen.

Gedwongen huwelijken zijn ook in strijd met internationale mensenrechtenverdragen. Een van de belangrijkste mensenrechten is die van vrije partnerkeuze. Gedwongen worden om te trouwen is daarom een schending van de mensenrechten zoals benoemd in VN-verdragen waaronder het VN-Vrouwenverdrag (CEDAW) en het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens (EVRM)

Zijn er wel eens mensen gestraft voor huwelijksdwang?

Tot op heden is niemand vervolgd wegens het afdwingen van een huwelijk. Reden hiervoor is dat slachtoffers niet snel aangifte doen tegen hun familie, vaak zijn het de ouders die hen dwingen. De loyaliteit naar hun ouders maar ook angst voor verergering van de situatie, zoals het verbreken van de relatie met de familie, spelen hierbij een rol. Iemand uit de sociale omgeving van de betrokkene kan nu echter ook aangifte doen bij de politie. En de straf is verhoogd van negen maanden naar twee jaar.

Wat is huwelijkse gevangenschap?

Bij huwelijkse gevangenschap wil iemand scheiden, maar de echtgenoot of religieuze autoriteiten verlenen geen medewerking aan ontbinding van dat huwelijk. 

Het gebeurt ook vaak dat een in het buitenland gesloten huwelijk in Nederland is erkend, maar als datzelfde huwelijk in Nederland wordt ontbonden, blijft het vaak van kracht in het land waar het werd gesloten.  

In juridische termen heet dit een hinkende rechtssituatie: het burgerlijk huwelijk in Nederland is ontbonden, maar het religieuze of informele huwelijk nog niet, of het huwelijk in Nederland is ontbonden maar het thuisland erkent dit niet. In het ene land ben je wettig ongehuwd en in het andere land ben je nog steeds getrouwd.

Wat is eergerelateerd geweld?

Elke vorm van geestelijk of lichamelijk geweld, gepleegd vanuit een collectieve mentaliteit in reactie op een (dreiging van) schending van de eer van een man of vrouw en daarmee van zijn of haar familie waarvan de buitenwereld op de hoogte is of dreigt te raken.

 Wet tegengaan huwelijksdwang

Wat houdt de Wet tegengaan huwelijksdwang in?

Om te kunnen trouwen moeten allebei de aanstaande echtgenoten voortaan meerderjarig zijn. De in het buitenland rechtsgeldig gesloten huwelijken van minderjarigen worden alleen in Nederland erkend als de echtgenoten, op het moment dat zij in Nederland erkenning van huwelijk vragen, intussen achttien jaar zijn. Het Openbaar Ministerie (OM) kan met de nieuwe wet een huwelijk tegengaan als er duidelijk sprake is van huwelijksdwang, ook zijn er meer mogelijkheden om een gedwongen huwelijk nietig te verklaren. Een echtgenoot kan dat zelf aanvragen, maar ook het OM. Huwelijken tussen bloedverwanten in derde en vierde graad (neven en nichten) zijn verboden, tenzij de aanstaande echtgenoten bij de ambtenaar van de burgerlijke stand een verklaring hebben afgelegd dat zij vrijwillig willen trouwen. Tenslotte wordt de erkenning van in het buitenland gesloten polygame huwelijken beperkt.

Wat verandert er door de wet tegengaan huwelijksdwang voor in het buitenland gesloten polygame huwelijken?

Is er in het buitenland een polygaam huwelijk gesloten door een persoon die in Nederland woont? Of door een persoon die de Nederlandse nationaliteit heeft? Dan wordt het huwelijk niet meer erkend in Nederland. Ook vormt dat huwelijk geen grond voor toelating van de huwelijkspartner. Want is een nieuwkomer eenmaal gevestigd in Nederland, dan gelden de Nederlandse regels.

Waarom gaat de wet tegengaan huwelijksdwang versneld in?

Door de toename van het aantal vluchtelingen in Nederland zouden er meer kindbruiden binnenkomen. Tientallen Syrische kindbruiden zijn op weg naar Nederland en in 2014 vroegen ten minste 35 Syrische kindbruiden asiel aan, zo schreef een journalist van RTV Noord, die een intern document van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) had bemachtigd. De politieke verontwaardiging die hierover ontstond, heeft ervoor gezorgd dat de wet versneld is afgehandeld door de Eerste Kamer. Het wetsvoorstel lag namelijk al voor behandeling bij de Eerste Kamer. Het huidige kabinet heeft als speerpunt om gedwongen huwelijken tegen te gaan.

Achterlating

Wat is (gedwongen) achterlating?

Achterlating verwijst naar een situatie waarin een echtgenoot of familie een of meerdere gezinsleden tegen hun zin terugstuurt naar het land van herkomst, of ze er achterlaat voor een langere periode (vaak in vakantietijd), waarbij ze paspoort en verblijfsvergunning van het slachtoffer afnemen om terugkeer naar het nieuwe thuisland te verhinderen. De overige familieleden keren wel terug naar Nederland. 

Verhuizing of achterlating. Wat is het verschil?

Ouders besluiten soms hun minderjarig kind buiten Nederland te laten opgroeien. Bijvoorbeeld bij familie in het land van herkomst. Zelf blijven ze in Nederland wonen. Zo’n verhuizing hoeft geen probleem te zijn, als het kind ermee instemt en in een (pedagogisch) veilige omgeving verblijft.

Dat ligt anders als de verhuizing duidelijk ingaat tegen de wens en het belang van het kind.  Vaak heeft het met pedagogische onmacht te maken. In de puberteit zien ouders het gedrag en de houding van hun kind  veranderen. Ze wijten dit aan verkeerde invloeden in Nederland en willen hun kind daarvan afsluiten in het land van herkomst. Dan is sprake van achterlating.

Mogen ouders hun kind achterlaten in het buitenland?

Ja, in beginsel hebben gezaghebbende ouders daar het recht toe. Ze mogen binnen wettelijke grenzen bepalen hoe het kind (tot 18 jaar) wordt opgevoed en waar dat gebeurt. Dat kan dus ook in het buitenland zijn, terwijl de ouders zelf in Nederland wonen.

Wat valt er te doen tegen achterlating?

Het recht van de ouders om naar eigen inzicht op te voeden kan botsen met het recht van kinderen op bescherming tegen aantasting van hun ‘geestelijke en lichamelijke integriteit’. De overheid heeft de plicht kinderen te beschermen tegen verwaarlozing en mishandeling.  

Achterlating is altijd een ingewikkelde situatie. Het onderscheid tussen een verhuizing en een achterlating is vaak niet meteen duidelijk. Het een kan zelfs geleidelijk overgaan in het ander. Of het kind merkt pas na een tijd wat de werkelijke bedoelingen van de ouders zijn, een (langdurig) verblijf in het buitenland bij familie bijvoorbeeld.   

Aan de hand van de gebeurtenissen beoordeelt het LKHA of in het belang van het kind actie moet worden ondernomen, hoewel dit bijzonder complex is.

Achterlating of ontvoering. Wat is het verschil?

Bij achterlating vinden beide gezaghebbende ouders dat hun kind in het buitenland moet wonen. Bij ontvoering brengt één gezaghebbende ouder het kind naar het buitenland, zonder de wettelijk vereiste instemming van de andere gezaghebbende ouder.

Is achterlating strafbaar?

Afhankelijk van de omstandigheden kan achterlating gelden als een vorm van kindermishandeling én/of verwaarlozing. Het hangt af van de manier waarop de achterlating is uitgevoerd en de omstandigheden waaronder het kind verblijft. Mogelijk zijn er ook andere strafbare feiten gepleegd.

Het is echter moeilijk de feiten boven tafel te krijgen. De ouders en het kind vertellen vaak tegenstrijdige verhalen. Contact leggen met het kind in het buitenland is sowieso lastig. Getuigen of bewijsmateriaal ontbreken. Probeer dan maar eens aan te tonen dat er sprake is van fysieke, psychische of emotionele kindermishandeling.

Het is nog moeilijker om dit bij de rechter ‘wettelijk en overtuigend’ te bewijzen. Wel heeft het Hof Den Haag in mei 2017 geoordeeld dat het systematisch kleineren en opsluiten van kinderen valt te kwalificeren als strafbare mishandeling.

Strafrechtelijk vervolgen geldt dan ook als een uiterst middel. Eerst worden andere middelen ingezet om de veiligheid van het kind te garanderen en indien mogelijk indringende gesprekken met ouders. Maar ook het voorbereiden en nemen van civielrechtelijke jeugdbeschermingsmaatregelen. Het LKHA heeft samen met de Raad voor de Kinderbescherming veel expertise opgebouwd.

Valt achterlating te verhinderen?

Soms zijn er aanwijzingen of vermoedens dat een minderjarig kind in het buitenland zal worden achtergelaten. Bijvoorbeeld als het kind zelf of een familielid alarm slaat. In die gevallen kan de Raad voor de Kinderbescherming op verzoek van Veilig Thuis een onderzoek instellen.

De kinderrechter heeft de bevoegdheid om met spoed een (voorlopige) ondertoezichtstelling op te leggen of een machtiging tot uithuisplaatsing. Het ouderlijk gezag wordt dan beperkt, zodat ouders niet meer vrij zijn om hun kind mee te nemen naar het buitenland.  

Zijn andere wetten van toepassing?

Naast kindermishandeling (artikel 300) doen zich mogelijk andere strafbare feiten voor. Het Wetboek van Strafrecht biedt aanknopingspunten, hoewel het altijd moeilijk zal zijn dergelijke feiten te bewijzen.

  • Artikel 284 stelt dwang strafbaar;
  • Artikel 285 kan van toepassing zijn als de minderjarige door bedreiging onder druk is gezet;
  • Artikel 310 en artikel 321 bij diefstal of verduistering van identiteits- of verblijfsdocumenten;
  • Artikel 282 bij wederrechtelijke vrijheidsberoving.
Hoe zit het met leerplicht?

Alle kinderen van 5 tot 16 jaar behoren volgens de Leerplichtwet naar school te gaan. Jongeren die na hun 16e nog geen startkwalificatie hebben, moeten tot hun 18e onderwijs volgen. Gemeenten zijn belast met handhaving van de wet.

Ouders zijn strafbaar als ze hun kind in het buitenland achterlaten zonder ontheffing van de leerplicht aan te vragen. De leerplichtambtenaar maakt dan een proces-verbaal op. De rechter kan een gevangenisstraf van ten hoogste een maand of een geldboete opleggen.

De Leerplichtwet zegt niets over het terughalen van een minderjarige uit het buitenland. Wel helpt de wet om achterlating snel te constateren, bijvoorbeeld als een leerling na de zomer niet terugkomt op school. Mogelijk zijn de ouders te overtuigen dat ze hun kind beter naar Nederland kunnen halen om boetes en andere maatregelen te voorkomen.  

Landelijk Knooppunt Huwelijksdwang en Achterlating (LKHA)

Wat is het LKHA?

Het LKHA is het kennis en expertisecentrum voor huwelijksdwang en achterlating. Het LKHA streeft er naar dat alle slachtoffers van huwelijksdwang en achterlating worden geholpen: slachtoffers van huwelijksdwang en achterlating in het buitenland te ondersteunen en hen zo snel mogelijk terug te laten keren naar Nederland en voorkomen dat slachtoffers terecht komen tussen de wal en het schip. Want huwelijksdwang en achterlating zijn vormen van huiselijk geweld en kindermishandeling.

Het LKHA helpt slachtoffers van huwelijksdwang en achterlating in het buitenland terug te keren naar Nederland. We werken daarbij samen met het ministerie van Buitenlandse Zaken. Het LKHA verifieert de melding in Nederland, ondersteunt repatriëring van slachtoffers en regisseert de aanpak in Nederland. Als slachtoffers recht op verblijf in Nederland hebben onderhoudt het LKHA contact met het slachtoffer in het buitenland en heeft rechtstreeks contact met de ambassade. 

Het LKHA is er voor mensen die geen aanknopingspunt hebben met een veilig thuis, bijvoorbeeld omdat zij niet zijn ingeschreven in de Basisregistratie personen (BRP) of waarvan de herkomstgemeente niet bekend is.

Het LKHA adviseert en ondersteunt professionals bij de aanpak hun complexe casuïstiek. Medewerkers van Veilig Thuis, Veiligheidshuizen, Raad voor de Kinderbescherming en hulpverleners in het werkveld kunnen bij ons terecht voor informatie, advies en ondersteuning bij de aanpak van huwelijksdwang en het voorkomen van achterlating. Wij adviseren en helpen bij complexe casussen. 

Als kennis en expertisecentrum willen we inspelen op ontwikkelingen in de samenleving die leidend voor de aanpak van huwelijksdwang en achterlating. We verzamelen, actualiseren en ontwikkelen kennis die we beschikbaar stellen aan professionals. We ontwikkelen een ondersteuningsaanbod en bieden deskundigheidsbevordering en beleidsadvisering. 

Wie helpt het LKHA?

Het LKHA helpt iedereen die slachtoffer is van huwelijksdwang en achterlating in het buitenland. Minderjarigen en meerderjarigen met de Nederlandse nationaliteit, een dubbele nationaliteit waaronder de Nederlandse of verblijfsrecht in Nederland. Het LKHA helpt slachtoffers die in Nederland tussen de wal en het schip vallen en geen aanknopingspunt hebben met Veilig Thuis.

Slachtoffers van huwelijksdwang en dreigende achterlating kunnen in Nederland voor hulp terecht bij Veilig Thuis (0800-2000), bij acuut gevaar bel 112.  

Wie betaalt de kosten voor iemand die door het LKHA terug wordt gehaald uit het buitenland?

Het Landelijk Knooppunt Huwelijksdwang en Achterlating beschikt over een noodfonds. Voor dit fonds zijn middelen beschikbaar gesteld door de ministeries van Buitenlandse Zaken (BZ) en Volksgezondheid Welzijn en Sport (VWS). Vanuit dit fonds kunnen voor cliënten van het LKHA bijvoorbeeld kosten van tickets of paspoorten voor terugkeer van slachtoffers van huwelijksdwang en achterlating naar Nederland, een veilige opvang, uitreisdocumenten of eerste levensbehoeften gefinancierd worden. Het noodfonds is één van de middelen om slachtoffers te ondersteunen bij hun terugkeer naar Nederland. Deze en eventuele andere opties worden met het slachtoffer besproken.